1. MWB
  2. Vertalen
  3. hübsch (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • hübsch > EN • hübsch > ES • hübsch > FR
Vertalingen hübsch DE>NL

I hübsch

bijv.naamw.
Uitspraak:  [hʏpʃ]

1) nett anzusehen - mooi
Sie ist wirklich ein hübsches Mädchen. - Zij is echt een mooi meisje.

2) angenehm anzuhören - plezierig

3) ziemlich groß - aardig
Er hat ein hübsches Sümmchen dafür bezahlt. - Hij heeft daar een aardige som voor moeten neerleggen.
Das war ein hübsches Stück Arbeit. - Dat was een aardig stukje werk.


II hübsch

bijwoord

1) deel van de uitdrukking: mooi
sich hübsch anziehen / zurechtmachen - zich mooi aankleden / opmaken
ein hübsch verpacktes Geschenk - een mooi verpakt cadeau

2) deel van de uitdrukking: aardig
Morgen soll es ganz hübsch kalt werden. - Morgen moet het aardig koud worden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hübsch (bnw.) aanlokkelijk (bnw.)
hübsch leukjes ; welgevallig ; welgemaakt ; verzoekend ; verlokkend ; verleidelijk ; uitnodigend ; sympathiek ; schoon ; prettig ; mooi ; lieflijk ; lief ; leuk ; gracieus ; gekleed ; fraai ; bevallig ; attractief ; allerliefst ; alleraardigst ; aanvallig ; aangekleed ; aantrekkelijk ; vlot ; nuttig ; knap
Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `hübsch`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anziehend
DE: nett
DE: reizend
DE: schön

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: hübsch ruhig NL: heel rustig