Vertalingen Hocken DE>NL
hocken
werkw.
1) die Knie beugen und sich ganz klein machen, sodass nur die Füße den Boden berühren -
hurken Wir hockten uns ums Feuer. - Wij hurkten om het vuur. |
2) in dieser Stellung sitzen -
hurken Sie hockte vor mir am Boden. - Zij hurkte voor mij op de grond. |
3) mit an den Körper gezogenen Knien über etw. springen -
hurksprong über eine Stange hocken - hurksprong over een stok |
4) sitzen -
hurken © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hocken | aan hokken zetten ; hurken ; op de hurken zitten ; op de opper zetten ; stuiken ; tassen |
Bron: Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Hocken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: kauernDE: sich beugenDE: sich bückenDE: sich duckenDE: sich krümmenDE: sich neigenDE: sitzenDE: thronen