Vertaal
Vertalingen hinabspringen DE>NL
hinabspringen (ww.) een sprongetje maken (ww.) ; er vanaf springen (ww.) ; eraf springen (ww.) ; ervanaf springen (ww.) ; neerspringen (ww.) ; omlaagspringen (ww.) ; vanaf springen (ww.)
das Hinabspringenhet afspringen ; het naar beneden springen ; het springen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `hinabspringen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: einen Sprung machen
DE: herabspringen
DE: herunterspringen
DE: hinunterspringen
DE: nach unten springen
DE: springen