I herzlich

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈhɛrʦlɪç]

1) freundlich, liebevoll - hartelijk
2) von Herzen kommend - hartelijk

Herzlichen Dank / Glückwunsch! - Hartelijk dank / gefeliciteerd!

II herzlich

bijwoord
1) deel van de uitdrukking: hartelijk

sich herzlich bei jemandem bedanken - iemand hartelijk danken Herzlich willkommen! - Hartelijk welkom!

2) deel van de uitdrukking: hartelijk

Darüber mussten wir herzlich lachen. - Daarover moesten wij hartelijk lachen. Ich habe herzlich wenig von dem Vortrag verstanden. - Ik heb zeer weinig van de lezing begrepen.

© K Dictionaries Ltd.

herzlich

ruimhartig ; lief ; mild ; minnelijk ; onbewogen ; onomwonden ; onverbloemd ; onverholen ; op een aardige manier ; openlijk ; plezierig ; prettig ; rechttoe rechtaan ; royaal ; leuk ; rustig ; scheutig ; sereen ; sympathiek ; van harte ; vergevend ; voorkomend ; vriendelijk ; vriendschappelijk ; vrijgevig ; welgemeend ; zachtaardig ; kameraadschappelijk ; aangenaam ; aardig ; amicaal ; attent ; barmhartig ; bedaard ; behulpzaam ; bevallig ; charmant ; cru ; diep ; gelijkmoedig ; genaderijk ; genereus ; goedaardig ; goedgeefs ; goedhartig ; gul ; hartelijk (bnw.) ; hulpvaardig ; innig ; intens ; kalm ; kalmpjes ; hartverwarmend ; joviaal

Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary




DE: allerliebst
DE: angenehm
DE: attraktiv
DE: auf korrekte manire
DE: aufmerksam
DE: aufrichtig
DE: barmherzig
DE: behilflich
DE: bereitwillig
DE: bezaubernd

DE: herzlich gern NL: zeer gaarne
DE: herzlich wenig NL: heel weinig
DE: herzlich langweilig NL: stomvervelend