Vertalingen Henkel DE>NL
der Henkel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈhɛŋkəl] |
Verbuigingen: | Henkels , Henkel |
Griff an einem Gefäß oder Behälter -
hengsel , oor eine Tasse mit abgebrochenem Henkel - een kopje met afgebroken oor Bei der Tasche ist ein Henkel abgerissen. - Bij het kopje is een oor afgebroken. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Henkel | het handvat ; het oor ; de kruk ; de kolf ; de klink ; het hengsel een amfora ; het hengsel ; de hendel (m) ; het heft ; de handgreep (m) ; de handel (m) ; de greep (m) ; draagbeugel (znw.) ; de deurkruk ; de deurklink ; de beugel (m) |
Henkel | draadje ; pluisje |
Bronnen: interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Henkel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: GriffDE: HandgriffDE: HebelDE: HeftDE: KlinkeDE: KniffDE: KolbenDE: KunstgriffDE: Stiel