I hell

bijv.naamw.

Uitspraak:

[hɛl]

1) mit viel Licht - helder

ein helles Zimmer - een heldere kamer Draußen wird es bald hell. - Buiten wordt het snel licht.

2) mit Weiß vermischt, nicht intensiv - licht

ein helles Grün - lichtgroen helle Haare haben - lichte haren hebben

3) hoch im Klang - helder
4) intensiv, stark - zeer groot , sterk

Alle waren in heller Aufregung. - Iedereen was zeer opgewonden. an jemandem / etw. seine helle Freude haben - aan iemand / iets zijn grootste plezier hebben

5) klug, intelligent - helder

Er war schon immer ein heller Kopf. - Hij was altijd al goed bij.

II hell

bijwoord
1) deel van de uitdrukking: licht , helder

Ihre Augen strahlten hell. - Haar ogen straalden helder. ein hell erleuchteter Raum - een helder verlichte kamer hellblau - lichtblauw

2) deel van de uitdrukking: helder

eine hell klingende Glocke - een helder klinkende klok

III die Helligkeit

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈhɛlɪçkait]
Verbuigingen:	Helligkeit

deel van de uitdrukking: licht

Seine Augen mussten sich erst an die Helligkeit gewöhnen. - Zijn ogen moesten eerst aan het licht wennen.

© K Dictionaries Ltd.

hell	licht ; verbitterd ; uitgewerkt ; onstuimig ; onbewolkt ; onbeheerst ; niet donker ; lumineus ; lichtgevend ; klare ; klaar ; in details ; helder ; hel ; heftig ; bitter teleurgesteld ; bleek ; fel

Bronnen: interglot; Wikipedia




DE: auffahrend
DE: aufgeweckt
DE: aufwendig
DE: ausgearbeitet
DE: ausgedehnt
DE: bewegt
DE: bissig
DE: blendend
DE: blinkend
DE: blond

DE: helle Sorge NL: grote zorg
DE: helle Wut NL: hevige woede
DE: ein heller Klang NL: een helder geluid
DE: ein heller Kopf NL: een helder, schrander hoofd
DE: ein helles Gelächter NL: een luid, schaterend gelach
DE: helle Tränen NL: tranen met tuiten
DE: helle Freude NL: uitbundig plezier, grote vreugde
DE: helle Furcht NL: hevige angst
DE: in hellen Haufen, Scharen NL: in grote troepen, scharen
DE: in heller Verwunderung NL: stomverwonderd
DE: heller Wahnsinn! NL: je reinste waanzin!
DE: ein Helles NL: een glas licht bier