1. MWB
  2. Vertalen
  3. bissig (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • bissig > EN • bissig > ES • bissig > FR
Vertalingen bissig DE>NL

bissig

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈbɪsɪç]

1) aggressiv, schnell beißend - bijtend
Vorsicht, bissiger Hund! - Pas op, hier waak ik!

2) spöttisch, scharf - scherp

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bissig kattig ; wreed ; vlijmend ; vinnig ; verbitterd ; spinnig ; snibbig ; snauwerig ; scherp ; sarcastisch ; rekelachtig ; pinnig ; onvriendelijk ; met sarcasme ; meedogenloos ; inwerkend ; invretend ; inbijtend ; hanig ; fel ; bitter teleurgesteld ; bits ; bijtend ; acrimonieus ; venijnig ; rancuneus ; gemeen ; bitsig ; bijtend
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bissig`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: barbarisch
DE: barsch
DE: beißend
DE: bestialisch
DE: brüsk
DE: bärbeißig
DE: durchdringend
DE: eckig
DE: einfressend
DE: feurig