Vertaal
Naar andere talen: • Haken > ENHaken > ESHaken > FR
Vertalingen Haken DE>NL

der Haken

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈhaːkən]
Verbuigingen:  Hakens , Haken

1) gebogenes Teil meist aus Metall, an dem man etw. befestigen kann - haak
Er hängte seinen Mantel an den Haken. - Hij hing zijn jas aan de haak.
Angelhaken - vishaak

2) Zeichen in der Form eines V zum Markieren - vinkje , kruis
Sie machte einen Haken hinter die Namen der Anwesenden. - Zij vinkte de namen van de aanwezige af.

3) verborgenes Problem oder Nachteil - moeilijkheid , bezwaar
Das Ganze hat nur einen Haken: Ich kann es mir nicht leisten. - Dit geheel kent maar één bezwaar: ik kan het me niet permitteren.

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking Haken schlagen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
haken (ww.) vastkoppelen (ww.) ; vasthaken (ww.) ; ophangen (ww.) ; inhaken (ww.) ; ergens aan hangen (ww.) ; aankoppelen (ww.) ; aanhaken (ww.)
Haken (mv.) haken (mv.)
der Haken ophanghaak (znw.) ; de weerhaak (m) ; de vishaak (m) ; het ophanghaakje ; het haakje ; de haak (m) ; de gifangel (m) ; de angel (m)
Haken contacthaak ; vishaak ; veterhaakje ; pook ; pikhaak ; krammen ; haak
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Haken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Angel
DE: Angelhaken
DE: anhaken
DE: ankoppeln
DE: ankuppeln
DE: einhaken
DE: festhaken
DE: koppeln
DE: kuppeln
DE: Widerhaken

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: Haken schlagen NL: een plotselinge wending maken
DE: das hat seinen Haken NL: dat heeft zijn bezwaren