Vertaal
Naar andere talen: • grüßen > ENgrüßen > ESgrüßen > FR
Vertalingen grüßen DE>NL
grüßen (ww.) begroeten (ww.) ; gedag zeggen (ww.) ; groeten (ww.) ; salueren (ww.) ; verwelkomen (ww.) ; welkom heten (ww.) ; wenken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `grüßen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: begrüßen
DE: die Hand geben
DE: Hände schütteln
DE: salutieren
DE: sich begrüßen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: grüß Gott! NL: goeden dag!