1. MWB
  2. Vertalen
  3. Glas (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Glas > EN • Glas > ES • Glas > FR
Vertalingen Glas DE>NL

das Glas

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [glaːs]
Verbuigingen:  Glases , Gläser

1) durchsichtiges, zerbrechliches Material - glas
eine Auflaufform aus feuerfestem Glas - een ovenschaal van vuurvast glas
Glasscherben - glasscherven

2) Gefäß aus Glas zum Trinken oder die Menge, die hineinpasst - glas
sein Glas austrinken - zijn glas leegdrinken
Kann ich bitte ein Glas Wasser haben? - Mag ik alstublieft een glas water?

3) Gefäß aus Glas zum Aufbewahren von Marmelade usw. - pot
ein Glas Honig kaufen - een pot honing kopen

4) ein Stück geschliffenes Glas für eine Brille - glas
eine Brille mit getönten Gläsern - een bril met gekleurde glazen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
das Glashet glas ; de pot ; de raam (m) ; de ruit ; het vensterglas
Glas glas ; glaswerk ; pot
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `Glas`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Bierglas
DE: Drahtglas
DE: Fensterglas
DE: Fensterscheibe
DE: Glasscheibe
DE: Kristall
DE: Kristallglas
DE: kugelfestes Glas
DE: Milchglas
DE: Scheibe