Vertaal
Naar andere talen: • genügen > ENgenügen > ESgenügen > FR
Vertalingen genügen DE>NL

I genügen

werkw.
Uitspraak:  [gəˈnyːgən]

1) ausreichend sein - volstaan
Fünf Euro werden für den Eintritt nicht genügen. - € 5,00 voor de entree is niet voldoende.
Genügt euch eine halbe Stunde für eure Besorgungen? - Hebben jullie genoeg aan een half uur voor jullie boodschappen?

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking einer Sache genügen


II genügend

bijv.naamw.
Uitspraak:  [gəˈnyːgənt]

deel van de uitdrukking: voldoende
eine genügende Menge Zucker hinzugeben - een voldoende hoeveelheid suiker toevoegen


III genügend

bijwoord

genug - genoeg
Es ist genügend Kuchen für alle da. - Er is genoeg taart voor iedereen.
Sie hat für das Konzert nicht genügend geübt. - Zij heeft voor het concert nog niet genoeg geoefend.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
genügen (ww.) begeerte stillen (ww.) ; bevredigen (ww.) ; genoeg (ww.) ; genoeg zijn (ww.) ; tevreden stellen (ww.) ; toereikend zijn (ww.) ; vergenoegen (ww.) ; voldoen (ww.) ; voldoende zijn (ww.) ; voldoening geven (ww.) ; volstaan (ww.) ; zijn (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `genügen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ausreichen
DE: entsprechen
DE: erfüllen
DE: hinreichen
DE: langen
DE: reichen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: er ließ sich daran genügen NL: hij was er tevreden mee