Vertaal
Naar andere talen: • färben > ENfärben > ESfärben > FR
Vertalingen färben DE>NL

färben

werkw.
Uitspraak:  [ˈfɛrbən]

1) mit einer bestimmten Farbe versehen - kleuren , verven
ein T-Shirt gelb färben - een T-shirt geel verven
sich die Haare färben lassen - zijn haren laten verven

2) beim Waschen o. Ä. Farbe abgeben - kleuren afgeven
Dunkle Stoffe färben oft. - donkere kleuren geven vaak kleur af

3) eine bestimmte Farbe annehmen - kleuren
Weiße Wäsche färbt sich mit der Zeit oft gelblich. - Witte was kleurt mettertijd geel.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
färben (ww.) beschilderen (ww.) ; kleuren (ww.) ; lakken (ww.) ; schilderen (ww.) ; tinten (ww.) ; vernissen (ww.) ; verven (ww.)
das Färbenhet schilderwerk
färben beginnen te kleuren ; kleurstof
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `färben`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: tönen