Vertaal
Naar andere talen: • farbig > ENfarbig > ESfarbig > FR
Vertalingen farbig DE>NL

I farbig

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈfarbɪç]

1) Farben aufweisend - bont , kleurig

2) lebhaft, sodass man sich etw. gut vorstellen kann - levendig , kleurig


II farbig

bijwoord

deel van de uitdrukking: levendig , kleurig
ein Bild farbig ausmalen / drucken - een foto levendig schilderen / drukken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
farbig bloeiend ; bont ; bontgekleurd ; fleurig ; gekleurd ; hooggekleurd ; kakelbont ; kleurig ; kleurrijk ; veelkleurig
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `farbig`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bunt
DE: buntscheckig
DE: farbenfreudig
DE: farbenfroh
DE: farbenreich
DE: frisch
DE: gefärbt
DE: knallbunt
DE: kunterbunt
DE: munter