Vertalingen Fahrer DE>NL
der Fahrer
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈfaːrɐ] |
Verbuigingen: | Fahrers , Fahrer |
die Fahrerin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈfaːrərɪn] |
Verbuigingen: | Fahrerin , Fahrerinnen |
jd, der ein Fahrzeug lenkt, steuert -
bestuurder Der Fahrer des Wagens wurde nur leicht verletzt. - De bestuurder van de wagen raakt slechts licht gewond. Autofahrerin - autobestuurster Taxifahrer - taxichauffeur |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Fahrer | de bestuurder (m) ; de chauffeur (m) ; de drijver (m) ; de koetsier (m) ; de politicus (m) ; de rijder (m) ; de voerman (m) ; wagenbestuurder (znw.) ; de wagenmenner (m) |
Fahrer | bestuurder ; chauffeur ; Chauffeurs |
Bronnen: Engoi Woordenschatoefeningen; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Fahrer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ChauffeurDE: FuhrmannDE: KutscherDE: LenkerDE: LokführerDE: LokomotivführerDE: PolitikerDE: ReiterDE: Staatsmann