Vertalingen exportieren DE>NL
I exportieren
werkw.
| Uitspraak: | [ɛkspɔrˈtiːrən] |
Waren in andere Länder liefern und verkaufen economie -
exporteren II der Export
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ɛksˈpɔrt] |
| Verbuigingen: | Export(e)s , Exporte |
1) deel van de uitdrukking: export | Exportartikel - exportartikel |
2) Waren, die in andere Länder verkauft werden -
export | Waffenexporte - wapenexport |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| exportieren (ww.) | exporteren (ww.) ; uitvoeren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `exportieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausführen