Vertaal
Naar andere talen: • einstürzen > ENeinstürzen > ESeinstürzen > FR
Vertalingen einstürzen DE>NL

I einstürzen

werkw.
Uitspraak:  ainʃtʏən]

in sich zusammenfallen - instorten


II der Einsturz

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ainʃtʊrʦ]
Verbuigingen:  Einsturzes , Einstürze

deel van de uitdrukking: instorting

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einstürzen (ww.) ineenstorten (ww.) ; zinken (ww.) ; zakken (ww.) ; verzakken (ww.) ; vervallen (ww.) ; vallen (ww.) ; teruglopen (ww.) ; sterk afnemen (ww.) ; ondergaan (ww.) ; kelderen (ww.) ; inzakken (ww.) ; invallen (ww.) ; instorten (ww.) ; imploderen (ww.) ; doorzakken (ww.) ; doorbuigen (ww.) ; afzakken (ww.)
das Einstürzen dood (znw.) ; verscheiden (znw.) ; het overlijden ; het neervallen ; de inzinking (v) ; de instortingen ; de instorting (v) ; de ineenstortingen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `einstürzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: einfallen
DE: zusammenbrechen
DE: zusammenstürzen