1. MWB
  2. Vertalen
  3. einschläfern (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen einschläfern DE>NL

einschläfern

werkw.
Uitspraak:  [ˈainʃlɛːfɐn]

1) durch eine Spritze töten medisch - inslapen
Ihre Katze wurde angefahren und musste eingeschläfert werden. - Haar aangereden kat moest ze laten inslapen.

2) müde machen - slaapverwekkend
Warum wirken Spieluhren auf Babys einschläfernd? - Waarom werken de speeldozen slaapverwekkend op baby's?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einschläfern een spuitje geven
Bron: Trueterm


Voorbeeldzinnen met `einschläfern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anästhesieren
DE: betäuben
DE: einlullen
DE: hypnotisieren
DE: in den Schlaf singen
DE: in den Schlaf wiegen
DE: narkotisieren