Vertalingen Einbruch DE>NL
der Einbruch
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈainbrʊx] |
| Verbuigingen: | Einbruch(e)s , Einbrüche |
1) das Einbrechen -
inbraak | Bei dem Einbruch wurden wertvolle Gemälde gestohlen. - Bij de inbraak werden waardevolle schilderijen gestolen. |
2) starkes Sinken -
instorting | dramatische Kurseinbrüche an der Börse - dramatische koersendaling op de beurs |
3) Beginn -
inval | Bitte seid vor Einbruch der Nacht zurück! - Zorg dat je voor het invallen van de nacht terug bent! |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| der Einbruch | de aantasting (v) ; de braak ; de inbraak ; de inbreuk ; de inzakking (v) ; de kraak (m) ; de schending (v) ; de schennis (v) |
| Einbruch | diefstal door inbraak ; doorbraak,inbraak ; inbraak ; inbraakgat ; ineenstorting ; inzakking |
Bronnen: interglot; cibg.be; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Einbruch`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BankraubDE: BanküberfallDE: DiebstahlDE: EinsturzDE: EntwendungDE: kleiner DiebstahlDE: LadendiebstahlDE: PlünderungDE: RaubDE: Überfall