Vertaal
Vertalingen durcheinanderbringen DE>NL

durcheinanderbringen

werkw.
Uitspraak:  [dʊrç|aiˈnandɐbrɪŋən]

1) in Unordnung bringen - door elkaar
Wer hat mir die Unterlagen durcheinandergebracht? - Wie heeft bij mij de documenten door elkaar gegooid?

2) verwirren - verwarren
Mit deinen Andeutungen hast du ihn ganz durcheinandergebracht. - Met jou zinspelingen heb je hem helemaal in verwarring gebracht.

3) miteinander verwechseln - verwisselen
Ich bringe ihre Namen immer durcheinander. - Ik verwissel jullie namen steeds.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
durcheinanderbringen (ww.) door elkaar schudden (ww.) ; husselen (ww.) ; hutselen (ww.) ; in de war brengen (ww.) ; ontredderen (ww.) ; overhoop halen (ww.) ; van zijn stuk brengen (ww.) ; verwarren (ww.)
durcheinanderbringen ontregelen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `durcheinanderbringen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: mengen
DE: mischen
DE: verwirren