1. MWB
  2. Vertalen
  3. dazwischen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • dazwischen > EN • dazwischen > ES • dazwischen > FR
Vertalingen dazwischen DE>NL

I dazwischen

bijwoord
Uitspraak:  [daˈʦvɪʃən]

1) zwischen den genannten Dingen oder Personen - er-/daartussen
Wir saßen alle auf dem Sofa, ich links, er rechts und sie dazwischen. - We zaten met zijn allen op de bank, ik links, hij rechts en zij ertussen.

2) zwischen den genannten Zeitpunkten - er-/daartussen
Vormittags und nachmittags hat er Vorlesungen. Dazwischen geht er in die Mensa. - Voor de middag en na de middag heeft hij college. Tussendoor gaat hij naar de mensa.


II dazwischen-

prefix
Uitspraak:  [daˈʦvɪʃən]

deel van de uitdrukking: ertussen
Um die Fotos zu schützen, legte sie Papier dazwischen. - Om de foto's te beschermen legde ze er papier tussen.
Ich hatte keinen Termin, aber der Arzt hat mich dazwischengeschoben. - Ik had geen afspraak maar de dokter heeft me ertussen geschoven.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
dazwischen daartussen ; ertussen ; hiertussen ; tussen deze ; tussenin
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `dazwischen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: zwischen
DE: zwischen diesen