Bruder - Vertaling Duits-Nederlands

Naar andere talen: • Bruder > EN • Bruder > ES • Bruder > FR

Vertalingen Bruder DE>NL

der Bruder

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈbruːdɐ]
Verbuigingen:	Bruders , Brüder

1) männlicher Verwandter, der dieselben Eltern hat - broer

einen älteren / jüngeren Bruder haben - een oudere / jongere broer hebben

2) männliches Mitglied eines Ordens ^religie - broeder

Overige bronnen

der Bruder	de broeder (m) ; de broer (m) ; de diaken (m) ; de gast (m) ; de gozer (m) ; de kerel (m) ; de knakker (m) ; de knul (m) ; de man (m) ; de verpleger (m) ; de ziekenbroeder (m) ; ziekenoppasser (znw.)
Bruder	Br. (Afkorting) ; broeder ; broeder,broer ; broer

Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Bruder`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Abt
DE: Bettelmönch
DE: Frater
DE: Gebrüder
DE: Geistliche
DE: Geschwister
DE: Geselle
DE: Klosterbruder
DE: Krankenpfleger
DE: Laienbruder

Uitdrukkingen en gezegdes

DE: Bruder Liederlich NL: een liederlijke vent
DE: Bruder Lustig NL: een vrolijke knaap