1. MWB
  2. Vertalen
  3. bräunen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • bräunen > EN • bräunen > ES • bräunen > FR
Vertalingen bräunen DE>NL

bräunen

werkw.
Uitspraak:  [ˈbrɔynən]

1) von der Sonne braun werden (lassen) - bruinen
am Strand liegen und sich bräunen - op het strand liggen om bruin te worden
Ihre Arme bräunten sich in der Sonne. - Haar armen bruinde in de zon.

2) in Fett braun werden lassen - bruinen
die Zwiebeln in Butter bräunen - de uien in boter fruiten

3) braun werden lassen - bruinen
sonnengebräunte Haut - zongebruinde huid

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bräunen (ww.) bronzen (ww.) ; bruinen (ww.) ; fruiten (ww.)
bräunen zonnebaden ; zonnen
Bronnen: interglot; Trueterm; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `bräunen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ablöschen
DE: backen
DE: blanchieren
DE: braten
DE: dünsten
DE: dämpfen
DE: flambieren
DE: fritieren
DE: grillen
DE: kochen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich bräunen NL: bruin worden