Vertaal
Naar andere talen: • blinzeln > ENblinzeln > ESblinzeln > FR
Vertalingen blinzeln DE>NL

blinzeln

werkw.
Uitspraak:  [ˈblɪəln]

die Augenlider in kurzen Abständen schließen und wieder öffnen - knipogen , (met de ogen) knipperen
in die grelle Sonne blinzeln - in de felle zon met de ogen knipperen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
blinzeln (ww.) gluren (ww.) ; knipogen (ww.)
das Blinzelnhet knipoogje
blinzeln knipperen
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `blinzeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: zwinkern