Vertalingen blinzeln DE>NL
blinzeln
werkw.
die Augenlider in kurzen Abständen schließen und wieder öffnen -
knipogen , (met de ogen) knipperen in die grelle Sonne blinzeln - in de felle zon met de ogen knipperen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
blinzeln (ww.) | gluren (ww.) ; knipogen (ww.) |
das Blinzeln | het knipoogje |
blinzeln | knipperen |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `blinzeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: zwinkern