Vertalingen beurteilen DE>NL
beurteilen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈ|ʊrtailən] |
sich ein Urteil über jemanden / etw. bilden -
beoordelen Ich kann nicht beurteilen, ob das wahr ist. - Ik kan niet beoordelen of dat het waar is. Menschen nach ihrem Aussehen beurteilen - mensen op hun uiterlijk beoordelen Sie hat die Lage falsch beurteilt. - Zij heeft de situatie verkeerd beoordeeld. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beurteilen (ww.) | bediscussiëren (ww.) ; beoordelen (ww.) ; bepraten (ww.) ; bespreken (ww.) ; doorpraten (ww.) ; doorspreken (ww.) ; goed- of afkeuren (ww.) ; in een jury zitten (ww.) ; jureren (ww.) ; praten over (ww.) |
beurteilen | beoordelen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `beurteilen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ansprechenDE: beanstandenDE: befindenDE: beratenDE: beredenDE: BesprechenDE: debattierenDE: der Meinung seinDE: diskutierenDE: durchdiskutieren