Vertalingen ausfaulen DE>NL
ausfaulen (ww.) | ontbinden (ww.) ; rotten (ww.) ; vergaan (ww.) ; verrotten (ww.) ; verteren (ww.) ; wegrotten (ww.) |
ausfaulen | uitgisten |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ausfaulen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abfaulenDE: verfaulenDE: wegfaulen