Vertalingen Auftrag DE>NL
I der Auftrag
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈauftraːk] |
Verbuigingen: | Auftrag(e)s , Aufträge |
1) etw., das man auf jds Bitte oder Befehl hin tun soll -
opdracht , bestelling Er bekam von seiner Mutter den Auftrag, Brot einzukaufen. - Hij kreeg van zijn moeder de opdracht om brood te gaan kopen. |
im Auftrag (=auf Veranlassung) - in opdracht
Er handelte im Auftrag der Regierung. - Hij handelde in naam van de regering.
|
2) Bestellung einer Ware oder einer Dienstleistung -
bestelling einen Großauftrag von der Gemeinde erhalten - een grote bestelling van de gemeente ontvangen |
etw. in Auftrag geben (=etw. bestellen) - bestelling
eine von der Regierung in Auftrag gegebene Studie - een opdracht voor een studie gegeven door de regering
|
IIa der Auftraggeber
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈauftraːkgeːbɐ] |
Verbuigingen: | Auftraggebers , Auftraggeber |
IIb die Auftraggeberin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈauftraːkgeːbərɪn] |
Verbuigingen: | Auftraggeberin , Auftraggeberinnen |
deel van de uitdrukking: opdrachtgever, opdrachtgeefster © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Auftrag | het bevel ; de taak (v) ; de order ; de opdracht ; de missie (v) ; het mandaat ; de lastgeving (v) ; de job (v) ; het dwangbevel ; het consigne ; de commando (m) ; het bevelschrift |
Auftrag | aanaarding ; uitvoeringsbevel ; order ; opvulling ; opgave ; opdracht ; missie ; lijmspreiding ; lastgeving ; karwei ; bewerking |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `Auftrag`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: DienstbefehleDE: GebotDE: HeeresbefehlDE: MandatDE: VollmachtDE: ZwangsbefehlUitdrukkingen en gezegdes
DE: einen
Auftrag besorgen
NL: een boodschap doen