Vertaal
Vertalingen aufmarschieren DE>NL
aufmarschieren (ww.) opmarcheren (ww.) ; oprukken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aufmarschieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anmarschieren
DE: marschieren
DE: vorrücken
DE: vorstoßen