Vertaal
Naar andere talen: • anschmieren > ENanschmieren > ESanschmieren > FR
Vertalingen anschmieren DE>NL
anschmieren (ww.) aanpraten (ww.) ; aansmeren (ww.) ; bekladden (ww.) ; bemorsen (ww.) ; besmeren (ww.) ; bevlekken (ww.) ; bevuilen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `anschmieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anschwatzen
DE: begaunern
DE: beklecksen
DE: beschmieren
DE: beschwindeln
DE: Betrug begehen
DE: betrügen
DE: falschspielen
DE: hinterziehen
DE: krumme Dinger machen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einem etwas anschmieren NL: iemand iets aansmeren