Vertalingen Annageln DE>NL
annageln (ww.) | klinken (ww.) ; spijkeren (ww.) ; timmeren (ww.) ; vastslaan (ww.) |
das Annageln | het vastnagelen ; het vastspijkeren |
Annageln | nagelen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Annageln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: festnagelnDE: schlagenDE: tischlern