Vertaal
Naar andere talen: • tischlern > ENtischlern > EStischlern > FR
Vertalingen tischlern DE>NL
tischlern (ww.) hout bewerken (ww.) ; klinken (ww.) ; spijkeren (ww.) ; timmeren (ww.) ; vastnagelen (ww.) ; vastslaan (ww.) ; vastspijkeren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `tischlern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Annageln
DE: festnageln
DE: nageln
DE: schlagen