Vertaal
Naar andere talen: • anleimen > ENanleimen > ESanleimen > FR
Vertalingen anleimen DE>NL
anleimen (ww.) aan elkaar hangen (ww.) ; aan elkaar kleven (ww.) ; aaneenplakken (ww.) ; aankleven (ww.) ; aanlijmen (ww.) ; iets vastkleven (ww.) ; kleven (ww.) ; klitten (ww.) ; lijmen (ww.) ; plakken (ww.) ; vastkleven (ww.) ; vastlijmen (ww.) ; vastplakken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `anleimen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anheften
DE: Ankleben
DE: festheften
DE: festkleben
DE: haften
DE: heften
DE: Kleben
DE: leimen
DE: verleimen
DE: zusammenheften