Vertalingen Ankleben DE>NL
ankleben (ww.) | vasthechten (ww.) ; opplakken (ww.) ; klitten (ww.) ; iets vastkleven (ww.) ; hechten (ww.) ; aankleven (ww.) ; aaneenplakken (ww.) ; aaneen plakken (ww.) ; aan elkaar plakken (ww.) ; aan elkaar kleven (ww.) ; aan elkaar hangen (ww.) |
das Ankleben | voorvoegen (znw.) ; het voorzetten ; voorplakken (znw.) ; het vastplakken ; het vastlijmen ; het vastkleven ; het plakken ; het lijmen ; het kleven ; het aanplakken ; het aanlijmen ; het aanhechten |
Ankleben | aanhechten ; kleven |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Ankleben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anheftenDE: anleimenDE: aufklebenDE: FestheftenDE: festklebenDE: haftenDE: heftenDE: KlebenDE: leimenDE: verleimen