Vertalingen abzahlen DE>NL
abzahlen
werkw.
in Raten bezahlen financieel -
aflossen Das Haus ist noch nicht abgezahlt. - Het huis is nog niet afbetaald. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
abzahlen (ww.) | afbetalen (ww.) ; afrekenen (ww.) ; vereffenen (ww.) ; verrekenen (ww.) |
das Abzahlen | het betalen ; het dokken ; het voldoen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `abzahlen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abrechnenDE: abtragenDE: aufhebenDE: BegleichungDE: freikaufenDE: liquidierenDE: zahlenDE: Zahlung