Vertalingen abrackern DE>NL
abrackern (ww.) | afbeulen (ww.) |
das Abrackern | het uitsloven |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `abrackern`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: schuftenDE: sich abrackernDE: sich abschindenUitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
abrackern = sich abplagen
NL: