Vertaal
Naar andere talen: • abrackern > ENabrackern > ESabrackern > NL
Vertalingen abrackern DE>FR
abrackern (ww.) éreintement (ww.) ; s'evertuer (ww.) ; se donner du mal (ww.)
das Abrackern fait de faire du zèle (m) ; fait de se mettre en quatre (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `abrackern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: schuften
DE: sich abrackern
DE: sich abschinden