Vertalingen abpassen DE>NL
abpassen (ww.) | afpassen (ww.) ; aftellen (ww.) ; aftelling (ww.) ; aftelling voor lancering (ww.) ; geld afpassen (ww.) ; passen (ww.) |
das Abpassen | het opwachten |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `abpassen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abfangenDE: auflauernDE: erwartenDE: passenDE: warten aufUitdrukkingen en gezegdes
DE: er hat den richtigen Augenblick abgepaßt
NL: hij heeft het juiste ogenblik gekozen