Vertalingen Abonnement DE>NL
I das Abonnement
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [abɔnəˈma͂ː] |
Verbuigingen: | Abonnements , Abonnements |
1) Vereinbarung, etw. regelmäßig zu kaufen -
abonnement sein Abonnement kündigen - zijn abonnement opzeggen |
2) günstiges Angebot, bei dem man Karten für eine Reihe von Veranstaltungen kauft -
abonnement Er hat ein Abonnement für die ganze Spielsaison. - Hij heeft een abonnement voor het gehele seizoen. |
IIa der Abonnent
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [abɔˈnɛnt] |
Verbuigingen: | Abonnenten , Abonnenten |
IIb die Abonnentin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [abɔˈnɛntɪn] |
Verbuigingen: | Abonnentin , Abonnentinnen |
deel van de uitdrukking: abonnee III abonnieren
werkw.
deel van de uitdrukking: zich abonneren eine Zeitung abonniert haben - een abonnement op een krant hebben |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Abonnement | het abonnement ; de intekening (v) ; de jaarkaart ; de subscriptie (v) |
Abonnement | abonnement ; abonnementskaart ; telefoonabonnement |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Abonnement`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: DauerkarteDE: JahreskarteDE: MitgliedschaftDE: Zeitkarte