1. MWB
  2. Vertalen
  3. abgeschieden (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • abgeschieden > EN • abgeschieden > ES • abgeschieden > FR
Vertalingen abgeschieden DE>NL

abgeschieden

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈapgəʃiːdən]

allein und weit entfernt von anderen Orten bzw. Menschen - afgelegen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abgeschieden afzonderlijk ; alleenstaand ; apart ; losstaand ; op zich ; vrijstaand ; afgelegen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `abgeschieden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abgesondert
DE: absonderlich
DE: apart
DE: einzeln
DE: freistehend
DE: gesondert
DE: getrennt
DE: separat