Vertaal
Naar andere talen: • abfinden > ENabfinden > ESabfinden > FR
Vertalingen abfinden DE>NL

I abfinden

werkw.
Uitspraak:  apfɪndən]

1) bes. für den Verlust des Arbeitsplatzes entschädigen - schadeloosstellen
Der scheidende Manager wurde mit einem Millionenbetrag abgefunden. - De vertrekkende manager kreeg miljoenen als schadeloosstelling.

2) etw. Negatives akzeptieren - zich schikken
Er hat sich damit abgefunden, dass das nicht mehr klappen wird. - Hij heeft geaccepteerd, dat het nooit meer zal lukken.


II die Abfindung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  apfɪndʊŋ]
Verbuigingen:  Abfindung , Abfindungen

deel van de uitdrukking: schadeloosstelling , schadevergoeding

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abfinden (ww.) afkopen (ww.) ; schadeloosstellen (ww.) ; tevredenstellen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `abfinden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abkaufen
DE: zufriedenstellen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einen mit einer Summe abfinden NL: het op een akkoordje gooien met iemand tegen een som
DE: sich mit einem abfinden NL: het eens worden met iemand
DE: sich abfinden mit NL: berusten in