Vertalingen Auszug DE>NL
der Auszug
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈausʦuːk] |
Verbuigingen: | Auszug(e)s , Auszüge |
1) für einen bestimmten Zweck ausgewählter Teil -
uittreksel Auszüge aus einem Roman abdrucken - uittreksels uit een roman uitgeven |
2) schriftlicher Beleg über den aktuellen Stand -
uittreksel bei der Bank seine Kontoauszüge holen - bij de bank een rekeningafschrift halen |
3) das Ausziehen -
uittocht , verhuizing , uittreksel Die Wohnung ist vor dem Auszug vom Mieter zu renovieren. - Het huis moet voor de verhuizing van de huurder worden gerenoveerd. |
4) das Ausziehen als Gruppe -
uittocht der Auszug der Israeliten aus Ägypten - de uittocht van de Israëlieten uit Egypte |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Auszug | het excerpt ; het uittreksel ; de uittocht (m) ; de stadskaart ; de samenvatting (v) ; het resumé ; de plattegrond (m) ; korte inhoud ; het grondplan ; het extract ; de exodus (m) |
Auszug | bocht uit trek of optrek ; zijwaartse bevestiging in boog ; verkorte inhoud ; uittreksel ( referaat ) ; uittreksel ; uittr. (Afkorting) ; uitrekbaar ; samenvatting ; fragment, passage ; excerpt |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; SEG
Voorbeeldzinnen met `Auszug`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbfahrtDE: AbgangDE: AbmarschDE: AbreiseDE: AbschiedDE: AbzugDE: AufgußDE: ExodusDE: ExtraktDE: Fortgang