Vertalingen zusammentreffen DE>NL
das Zusammentreffen
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʦuˈzaməntrɛfən] |
Verbuigingen: | Zusammentreffens , Zusammentreffen |
1) deel van de uitdrukking: ontmoeting Ich freue mich schon auf unser nächstes Zusammentreffen. - Ik verheug me al op onze volgende ontmoeting. ein Zusammentreffen des Krisenstabs - de bijeenkomst van het crisisteam |
2) gleichzeitiges Auftreten -
samenvallen ein Zusammentreffen unglücklicher Umstände - een ongelukkige samenloop van omstandigheden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zusammentreffen (ww.) | bijeen komen (ww.) ; tussenkomen (ww.) ; tussenbeide komen (ww.) ; samenvallen (ww.) ; samenlopen (ww.) ; samenkomen (ww.) ; interveniëren (ww.) ; interrumperen (ww.) ; interfereren (ww.) ; ingrijpen (ww.) ; elkaar ontmoeten (ww.) ; bemiddelen (ww.) |
das Zusammentreffen | de beraadslaging (v) ; de zitting (v) ; de vergadering (v) ; het treffen ; de samenkomst (v) ; het overleg ; de ontmoeting (v) ; de manifestatie (v) ; de conferentie (v) ; de bijeenkomst (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zusammentreffen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: begegnenDE: BegegnungDE: BeratungDE: BesprechungDE: eingreifenDE: einschreitenDE: schlichtenDE: sich einmischenDE: tagenDE: treffenUitdrukkingen en gezegdes
DE: mit einem
zusammentreffen
NL: iemand ontmoeten