Vertalingen Zorn DE>NL
I der Zorn
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʦɔrn] |
Verbuigingen: | Zorn(e)s |
große Wut -
toorn in Zorn geraten - in toorn terechtkomen Voller Zorn schlug sie die Tür zu. - Vol van woede smeet zij de deur dicht. |
II zornig
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: toornig Bist du zornig auf mich / über den Fehler? - Ben je boos op mij / vanwege de fout? |
III zornig
bijwoord
deel van de uitdrukking: toornig mit zornig funkelnden Augen - met van woede fonkelden ogen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Zorn | de boosaardigheid (v) ; de boosheid (v) ; de furie (v) ; de gemeenheid (v) ; de gramschap (v) ; de kwaadaardigheid (v) ; de kwaadwilligheid (v) ; razernij ; de slechtheid (v) ; de toorn (m) ; de verbolgenheid (v) ; de woede (v) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `Zorn`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: EmpörungDE: ErbitterungDE: GrimmDE: RageDE: RasereiDE: VerdrossenheitDE: VerärgerungDE: WutDE: Ärger