1. MWB
  2. Vertalen
  3. Zeichen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Zeichen > EN • Zeichen > ES • Zeichen > FR
Vertalingen Zeichen DE>NL

das Zeichen

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈʦaiçən]
Verbuigingen:  Zeichens , Zeichen

1) Bewegung der Hand, mit der man etw. ausdrücken will - teken
Er gab dem Ober ein Zeichen, dass er zahlen wolle. - Hij gaf aan de ober een teken dat hij wilde betalen.
Zeichensprache - gebarentaal

2) etw., mit dem man etw. markiert, kennzeichnet - teken
Der Wanderweg ist mit dreieckigen Zeichen markiert. - Het wandelpad is met driehoekige tekens gemarkeerd.
Die Rinder tragen alle sein Zeichen. - Alle koeien zijn gebrandmerkt.
uitdrukking zum Zeichen einer Sache

3) Symbol mit bestimmter Bedeutung - teken
§ ist das Zeichen für Paragraf. - § is teken voor een paragraaf.
chinesische Schriftzeichen - Chinese karakters
Satzzeichen - leesteken
uitdrukking ein Zeichen setzen

4) eine Sache, an der man etw. anderes erkennen kann - teken
Sein Schweigen ist kein gutes Zeichen. - Zijn zwijgen is geen goed teken.
Antikörper im Blut sind ein sicheres Zeichen für eine Infektion. - Antilichamen in het bloed is een betrouwbaar teken van een infectie.
uitdrukking die Zeichen der Zeit erkennen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
das Zeichenhet logo ; de wenk (m) ; de teken ; symbool ; het signaal ; het sein ; de referentie ; het onderscheidingsteken ; de nummerplaat ; de merknaam (m) ; het merk ; de markering (v) ; het kenteken ; de geste ; het gebaar ; de aanduiding (v)
Zeichen codewoord ; tekensignaal ; teken ; signum ; signaal ; opschrift ; merk
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Zeichen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Abzeichen
DE: Alarm
DE: Alarmsignal
DE: Alarmzeichen
DE: Andeutung
DE: Anzeichen
DE: Brandmal
DE: Brandzeichen
DE: Emblem
DE: Erkennungsmarke

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: er ist eines Zeichens Kaufmann NL: hij is koopman van beroep