1. MWB
  2. Vertalen
  3. Winkel (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Winkel > EN • Winkel > ES • Winkel > FR
Vertalingen Winkel DE>NL

der Winkel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈvɪŋkəl]
Verbuigingen:  Winkels , Winkel

1) der Raum zwischen zwei Linien, die sich in einem Punkt treffen wiskunde - hoek
ein spitzer / stumpfer / rechter Winkel - een scherpe / stompe / rechte hoek
uitdrukking der tote Winkel

2) (verborgene Stelle) in einem Zimmer o. Ä. - hoek
alle Winkel eines Hauses durchsuchen - alle hoeken van het huis doorzoeken

3) abgelegene Gegend - plekje
ein malerischer Winkel - een schilderachtig plekje

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Winkelde hoek (m) ; de hoekgraad (m)
Winkel golfgeleiderknik ; hoek ; hoekijzer ; ongelijkzijdig hoekstaal ; wig ; winkelhaak
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Winkel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Ecke
DE: Einfallswinkel
DE: Grad
DE: Nische
DE: rechter Winkel
DE: Reflexionswinkel
DE: Schlupfloch
DE: Schlupfwinkel
DE: spitzer Winkel
DE: stumpfer Winkel