Vertalingen Wind DE>NL
der Wind
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [vɪnt] |
| Verbuigingen: | Wind(e)s , Winde |
bewegte Luft, die man spüren kann meteorologie -
wind  bei Wind und Wetter
(=bei jedem Wetter) - bij weer en wind
|
| viel Wind um etw. machen
(=etw. viel wichtiger nehmen, als es tatsächlich ist) - ergens veel drukte over maken
|
| wissen, woher der Wind weht
(=die verborgenen negativen Seiten von etw. kennen) - weten uit welke hoek de wind waait
|
| frischen Wind in etw. bringen
(=neuen Schwung in etw. bringen) - een frisse wind
|
| jemandem den Wind aus den Segeln nehmen
(=jds Argumente entkräften) - iemand de wind uit de zeilen nemen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| der Wind | de bries ; de scheet (m) ; de stormwind (m) ; de wind (m) |
| Wind | blaaswind ; koelte ; luchtstroom ; wind |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `Wind`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BriseDE: FurzDE: LuftzugDE: SturmDE: SturmwindDE: WindzugDE: ZugUitdrukkingen en gezegdes
DE: Wind haben von etwas
NL: de lucht van iets hebben
