wegen

voorzetsel

Uitspraak:

[ˈveːgən]

verwendet, um den Grund für etw. auszudrücken - vanwege , wegens

Hat schon einer wegen des Autos / dem Auto angerufen? - Heeft er al iemand gebeld over de auto? Alles nur wegen dir! - Alles alleen vanwege jou!

Von wegen! (=drückt einen energischen Widerspruch aus) - Geen sprake van! Reich? Von wegen! - Rijk? Geen sprake van!

© K Dictionaries Ltd.

wegen

om ; om dit ; vanwege ; wegens ; inzake ; met betrekking tot ; omwille van ; ten aanzien van ; ten opzichte van ; ter wille van ; ter zake dienend ; uit hoofde van ; wegens

Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




DE: hinsichtlich

DE: wegen des schlechten Wetters NL: wegens, door het slechte weer
DE: seines Vaters wegen NL: ter wille van zijn vader
DE: von Amts wegen NL: ambtshalve
DE: von Rechts wegen NL: v. rechtswege
DE: von wegen! NL: geen sprake v.!