Vertalingen Werkzeug DE>NL
das Werkzeug
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈvɛrkʦɔyk] |
Verbuigingen: | Werkzeug(e)s , Werkzeuge |
1) Gegenstand, der zum Bearbeiten von etw. dient -
gereedschap Als Werkzeug benutzte er einen Hammer. - Als gereedschap gebruikte hij een hamer. |
2) alle Werkzeuge, die jemand hat / benutzt -
gereedschap Der Klempner hatte sein Werkzeug vergessen. - De loodgieter was zijn gereedschap vergeten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Werkzeug | de gereedschap ; de gereedschappen ; het gerei ; handwerktuig (znw.) ; het hulpmiddel ; de instrument ; de instrumenten ; de werktuig (m) ; de werktuigen |
Werkzeug | gereedschap ; volkomen sluitende matrijs ; werktuig |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Werkzeug`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AnlageDE: ApparaturDE: AutomatDE: EinrichtungDE: GerätschaftenDE: HilfsmittelDE: MaschineDE: MusikinstrumentDE: UtensilDE: Vorrichtung