1. MWB
  2. Vertalen
  3. wann (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • wann > EN • wann > ES • wann > FR
Vertalingen wann DE>NL

wann

bijwoord
Uitspraak:  [van]

1) verwendet, um nach einem Zeitpunkt zu fragen - wanneer
Wann war das? - Wanneer was dat?
Seit wann kennt ihr euch schon? - Sinds wanneer kennen jullie elkaar al?
Ich weiß nicht, bis wann der Unterricht geht. - Ik weet niet tot wanneer de les doorgaat.

2) zur Einleitung eines Relativsatzes, in dem ein Zeitpunkt näher bestimmt wird - wanneer
Du kannst kommen, wann du willst. - Je kunt komen wanneer je maar wil.
Nächste Woche wird bekannt gegeben, wann die Wahlen stattfinden. - Volgende week wordt bekend gemaakt wanneer de verkiezingen plaatsvinden.

3) verwendet, um nach den Bedingungen, Umständen zu fragen - wanneer
Wann wird einem der Führerschein weggenommen? - Wanneer wordt bij iemand zijn rijbewijs in beslag genomen?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
wann wanneer (bijwoord)



Voorbeeldzinnen met `wann`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
DE: dann und wann NL: nu en dan
DE: wannfängt die Schule an? NL: wanneer begint de school?