Vertalingen Visier DE>NL
das Visier
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [viˈziːɐ] |
Verbuigingen: | Visiers , Visiere |
1) Zielvorrichtung an einem Gewehr -
vizier Er hatte einen Hasen im Visier. - Hij had een haas in het vizier. |
jemanden / etw. ins Visier nehmen (=seine Aufmerksamkeit auf jemanden / etw. richten) - iets in zijn vizier nemen
|
2) Teil eines Helms, der das Gesicht schützt -
vizier Er klappte das Visier des Motorradhelms herunter. - Hij klapte het vizier van zijn motorhelm dicht. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Visier | de vizier (m) |
Visier | azimuth-toestel ; viziersamenstel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `Visier`

Voorbeeldzinnen laden....