Vertalingen Vertrauen DE>NL
I vertrauen
werkw.
daran glauben, dass man sich auf jemanden / etw. verlassen kann -
vertrouwen Ich vertraue ihm blind. - Ik vertrouw hem blindelings. Können wir seinen Worten vertrauen? - Kunnen wij hem op zijn woord vertrouwen? |
auf jemanden / etw. vertrauen (=) - vertrouwen
Vertraue auf dein Gefühl. - Vertrouw op je gevoel.
|
II das Vertrauen
zelfst.naamw.
deel van de uitdrukking: vertrouwen Ich habe großes Vertrauen in Ihre Kompetenz. - Ik heb groot vertrouwen in haar competenties. jds Vertrauen gewinnen / enttäuschen - iemands vertrouwen krijgen / teleurstellen |
jemanden ins Vertrauen ziehen (=jemandem etw. Persönliches oder Geheimes sagen, um seine Unterstützung zu gewinnen) - iemand in vertrouwen nemen
|
im Vertrauen (=mit der Bitte, etw. nicht weiterzuerzählen) - in vertrouwen
jemandem etw. im Vertrauen sagen - iemand in vertrouwen wat vertellen
|
Vertrauen ist gut, Kontrolle ist besser. (=) - Vertrouwen is goed, controle is beter.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Vertrauen | de confidentie (v) ; de fiducie (v) ; het geloof ; het vertrouwen |
Vertrauen | betrouwbaarheid ; verzekering ; zekerstelling |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Vertrauen`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einem etwas
vertrauen
NL: iemand iets toevertrouwen